zaterdag 1 augustus 2009

Pijpen

Tijdens de Tour de France wijdde de Teletekst-rubriek LiTTerair (TT 431 e.v.) enige pagina's aan Mart Smeets' eerste roman Een lange ontsnapping uit 1997. Hoofdpersoon is Stijn Miller, een doorgewinterde sportverslaggever die naar een commerciële televisiezender is overgestapt. LiTTerair (nota bene) meldde, dat Miller in het boek weigert naar de pijpen van zijn nieuwe bazen te dansen.
Dansen naar de pijpen van: het is een onderwerp waarmee ik al jaren op feesten & partijen de lachers op mijn hand krijg. Ik poneer dan n.l. altijd de stelling, dat het niet de pijpen is maar het pijpen. Die uitspraak leidt steevast tot hilariteit, want ik moet toch wel een erg dirty mind hebben om het woord pijpen onlosmakelijk te verbinden met de schone kunst der fellatio. Ik moet vervolgens door het gelach en de kwinkslagen heen proberen uit te leggen, dat de dirty mind in dit geval aan de luisteraar toebehoort en niet aan de boodschapper.
Pijpen duidt in dit gezegde niet op broekspijpen. En ook niet op het meervoud van pijp, het rookwaar waar je tabak in stopt. Zelfs niet op buizen. Dansen naar de pijpen van is dus onzin. Vaak wordt het geslacht van pijpen versluierd door het gebruik van een bezittelijk voornaamwoord: ik weigerde naar zijn pijpen te dansen. Andere mogelijkheid is: niemand wenste naar Miller's pijpen te dansen. De of het? Een als zelfstandig naamwoord gebruikt werkwoord als pijpen is altijd onzijdig. Het denken, het werken, het pijpen.
Als we het hier over het pijpen hebben, maar niet over fellatio, waarover dan wel? Op jonge leeftijd maakte ik kennis met de Tamboers & Pijpers, onderdeel van de Marinierskapel van het Korps Mariniers. Mijn vader was voormalig marinier en als er muziek van de Tamboers & Pijpers op de radio was dan herkende hij die meteen. Hij prees altijd de techniek van de tamboers, waar menig amusementsdrummer een puntje aan kon zuigen (......), maar over de pijpers hoorde ik hem nooit. Wat deden deze pijpers eigenlijk? Luister naar de muziek van de kapel en het wordt direct duidelijk: het zijn fluitspelers (enkele voorbeelden zijn te vinden op http://www.reuniecommissietamboersenpijpers.nl/ onder de link Muziek).
Pijpen is fluiten. In het Duits pfeiffen. De pijpfluit is een blaasinstrument (maar heeft geen connectie met het Duitse blasen, dat maakt de verwarring alleen maar groter!). De verbinding met muziek maakt het dansen in dansen naar zijn pijpen ook direct aannemelijk. Waarom zou je immers zonder aanleiding gaan dansen en dan nog wel naar iemand's broekspijpen? Maar dansen op de muziek van een fluitspeler lijkt logisch. Dat werd al duidelijk in de sage van De Rattenvanger van Hamel(e)n: het verhaal van een fluitspeler die een Duits stadje bevrijdde van een rattenplaag. Hij leidde de ratten met zijn fluitspel de stad uit en liet ze in een draaikolk springen. Toen de burgemeester hem vervolgens niet betaalde voor zijn diensten leidde de pijper uit wraak alle kinderen de stad uit zoals hij met de ratten had gedaan en verdween met hen in een berg. Ze waren betoverd door zijn fluitspel en deden wat hij wilde. Ze dansten naar zijn pijpen.
Het pijpen
dus en niet de pijpen.

donderdag 2 juli 2009

Ze kon een ander bad gebruiken

Midden jaren '80 was ik een tegenstander van commerciële televisie. Net als velen met mij voorzag ik een teruggang in de kwaliteit van de TV-uitzendingen. Volgens de man die het destijds voor het zeggen had op mediagebied, de toenmalige minister van WVC Elco Brinkman, zou dat wel loslopen. Ik vrees, dat ik achteraf gezien toch gelijk had. Er is weliswaar een enorme kwantitatieve groei op TV-gebied geweest (van twee kanalen in 1985 naar meer dan tien Nederlandse kanalen), maar kwalitatief is er zeer veel verloren gegaan. Goed voorbeeld is de ondertiteling van TV-programma's. De ondertitels waren tot de introductie van commerciële televisie het exclusieve domein van de afdeling Filmvertalingen van het Facilitair Bedrijf van de NOS. Alle vertalingen moesten door of via deze instantie aangeleverd worden aan de afdeling die de ondertitels in beeld bracht. Zelf 'even' een paar uitspraken van de toenmalige VS-president Ronald Reagan vanuit het Engels vertalen was er voor de Hilversumse programmamaker niet bij, nee, op de afdeling Filmvertalingen zaten dag en nacht specialisten klaar om zelfs de meest basale uitspraken te vertalen. Dat kostte natuurlijk enorm veel geld, want die vertalers hadden allen minstens een HBO-opleiding en verdienden een navenant salaris. Als een vertaling af was dan werd deze door een eindredactie nog eens scherp gecontroleerd. In de eindredactiekamer zaten de bollebozen van de afdeling, die naast een gigantische algemene ontwikkeling ook nog eens een complete bibliotheek met naslagwerken tot hun beschikking hadden. En dit alles om ervoor te zorgen dat de vertalingen zo accuraat mogelijk waren.
In de jaren '90 nam het aantal commerciële zenders toe en gevolg was, dat de vertaalbureautjes als paddestoelen uit de grond schoten. Een vriend van me werkte in die tijd als freelance vertaler en zijn hoofdtaak was jarenlang het vertalen van The bold and the beautiful. Het werk betaalde slecht en het was behoorlijk aanpoten, maar goed, hij kon thuis werken en zo een groot deel van de zorg voor zijn opgroeiende dochters op zich nemen. Twee keer in de week kwam er een bode langs om videocassettes en vertalingen op te halen en een nieuwe vracht banden en scripts af te leveren. Gevolg van deze liberalisering was wel, dat de eens zo roemrijke afdeling Filmvertalingen (inmiddels onder de vleugels van het geprivatiseerde Nederlands Omroepproduktie Bedrijf) langzaam teloor ging. Een enorme besparing op de loonkosten, maar een veel grotere achteruitgang in de kwaliteit van de ondertitels die wij dagelijks voorgeschoteld krijgen.
De fouten in de ontertitels zijn zo talrijk dat je er dagelijks een boek mee zou kunnen vullen. Maar het zou vanzelfsprekend ook een vrij zinloze bezigheid zijn, want gedane zaken nemen geen keer. Ik zal de oogst van een dag TV-kijken eens proberen samen te vatten. In een oude western werd She could use another bath vertaald als Ze kon een ander bad gebruiken, maar hier werd bedoeld: ze was eigenlijk wel weer aan een bad toe (of woorden van die strekking). Let wel: letterlijk vertaald is ze kon een ander bad gebruiken juist, maar in de context was het lachwekkend. Vaak heeft dat te maken met de vraag of de bijbehorende beelden bekeken zijn. Bij de afdeling Filmvertalingen had men destijds meestal de beschikking over zowel het script als een videocassette teneinde te controleren of deze met elkaar overeen kwamen. Zo konden passages uit het script ook in hun context worden gezien.
I have lived in this neighbourhood for 20 years. Eigenlijk een abc'tje van de HAVO: Ik woon al 20 jaar in deze buurt. Maar de gehaaste filmvertaler had deze zinsconstructie blijkbaar al een tijdje niet meer onder ogen gehad en vertaalde letterlijk: Ik heb twintig jaar in deze buurt gewoond. Dat scheelt een slok op een borrel, of de spreker er nu nog wel of niet meer woont.
Jargon is vaak ook lastig, omdat je het niet makkelijk terugvindt in woordenboeken: The neck was made of rosewood. Dan is het verleidelijk om voor de weg van de minste weerstand te kiezen: De nek was gemaakt van rozenhout. Maar als het om snaarinstrumenten gaat spreken we niet van een nek maar van een hals. En de houtsoort is niet rozenhout (dat is in het Engels pinkwood of tulipwood) maar palissander. The guitar had an ebony fingerboard. Ai, als je niet een beetje thuis bent in gitaartermen dan wordt dat dus: De gitaar had een zwart vingerbord. Ebony & ivory, remember? De vertaling zwart van ebony is op zich niet fout, maar in de context hebben we het over de houtsoort, in casu ebbenhout. Ik ken het woord vingerbord niet (misschien is het een bord om te vingeren), maar in dit geval gaat het om de toets van een gitaarhals, d.w.z. het gedeelte waar je je vingers op plaatst om de noten te vormen.
He’s the guvnor vertalen als Hij is de gouverneur is eigenlijk onbegrijpelijk. Gouverneur is n.l. in het Engels governor; het uit het slang afkomstige guvnor betekent zoiets als de baas, de beste. De legendarische cricketer Bobby Abel had als bijnaam The Guvnor; hij werd in zijn tijd dan ook als de beste beschouwd. Maar gouverneur is hij nooit geweest.
Nou, ik ga het bord van mijn gitaar maar weer eens vingeren. Ik kan trouwens ook wel een ander bad gebruiken ruik ik nu.

donderdag 4 juni 2009

Vindt u de meisje ook zo leuk?

Ik probeerde een tijdje geleden een tweedehands TFT-beeldscherm op de kop te tikken. Ik deed op Marktplaats.nl een bod van 35 euro op een monitor. Hierop ontving ik de volgende reactie: "Je mag de scherm voor 50 euro komen op hallen. Groetjes; Hassan". Dat hallen is niet helemaal halal, maar dat zullen we als een typefout (sic) beschouwen. Waarschijnlijk was de aanbieder een medelander van Marokkaanse afkomst. Ga ik daarbij in de eerste plaats af op de voornaam? Nee. Het is met name het aanbieden van de scherm, dat me sterkt in mijn vermoeden.
Het is politiek niet correct om het te stellen, maar het Murks (de manier waarop vele Marokkanen en Turken Nederlands spreken) heeft een negatieve invloed op de schoonheid van de taal. Ik weet het: Nederlands is een moeilijke taal, maar dat is Duits ook. Ik hoor echter zelden iemand in het Duits spreken over der Mädchen. Maar in het Nederlands is de meisje gemeengoed geworden. In het Murks schijnt geen plaats te zijn voor onzijdige woorden. En daarvan hebben we er in het Nederlands nogal wat. Neem alleen al alle verkleinwoorden als meisje: in het Murks ze hebben allemaal het bepaalde lidwoord de gekregen. Dus de telefoontje, de grapje, de snoepje, ja zelfs de klitje. En zo ook niet-verkleinende onzijdige zelfstandige naamwoorden: de geval, de ding, de glas, noem maar op.
Vaak kun je aan het gebruik van het betrekkelijk voornaamwoord ook al zien dat men het geslacht van het zelfstandig naamwoord waar de bijzin op terugwijst niet kent. Zo wordt een onzijdig zelfstandig naamwoord met het onbepaald lidwoord een vaak gevolgd door een bijzin die begint met die in plaats van dat. Hier een voorbeeld, dat ik tegenkwam op de teletekstpagina's van een van de commerciële zenders. Niet dat ik daar aan het zoeken was, maar ik zal u niet vermoeien met een uitleg van de werking van de teletekstpagina's van mijn digitale televisietuner ("ja, ja..........." denkt de lezer nu): Gescheiden huisvrouw wil een eigen mannetje die haar helemaal gek maakt. Het zelfstandig naamwoord man wordt hier verkleind tot mannetje en wordt daarmee onzijdig: het mannetje en dus moet het zijn het mannetje, dat. Ook al zal het niet de bedoeling van de dame die de advertentie had geplaatst zijn geweest om een onzijdig type aan de haak te slaan.
Nu is het gebruik van "dat" als betrekkelijk voornaamwoord in de laatste 20 jaar al stevig onder druk komen te staan en zelfs in regeringskringen vervangen door "wat": Meneer de voorzitter, het voorstel wat op tafel ligt........ Ik wacht nog steeds op een interruptie waarbij de excellentie op deze fout wordt gewezen, maar de kamerleden doen er even hard aan mee. "Wat is dat" wordt op den duur "Dat is wat".
Logisch geredeneerd is die advertentietekst zo gek nog niet: de man, die haar helemaal gek maakt wordt in het Murks de mannetje, die haar helemaal gek maakt. Het wachten is nu alleen nog op het ingeburgerd raken van wie als betrekkelijk voornaamwoord (analoog aan de dat/wat conversie): Meneer de voorzitter, de telefoontje wie ik vanmiddag kreeg...........
Bonter wordt het nog als men het correcte bepaalde lidwoord gebruikt, maar de bijzin alsnog met het verkeerde betrekkelijk voornaamwoord laat beginnen. Zo wist een regionale TV-zender melden: De musical gaat over het indianenmeisje Pocahontas die verliefd wordt op de Engelsman John Smith. Moet dit zijn de indianenmeisje Pocahontas die... of het indianenmeisje Pocahontas dat.......??? Diezelfde zender heeft ook moeite met de juiste aanwijzende voornaamwoorden. Zo meldde men op de dag van de Europese verkiezingen: Als een stembiljet niet in de bus zit, dan is deze ongeldig. Die kwalificatie sloeg duidelijk niet op de bus, dus werd bedoeld: de biljet... dan is deze (foutief geslacht) of het biljet........ dan is dit? Dit laatste is juist, dus men koos voor het verkeerde aanwijzend voornaamwoord. Moeilijk, hè?
Vindt u de meisje ook zo leuk? Of houdt u het liever bij de eigen vrouwtje die u helemaal gek maakt?

donderdag 21 mei 2009

Mijn paswoord past niet meer

Toen ik dit blog aanmaakte moest ik weer eens een password opgeven. In het Nederlands noemen we dat sinds jaar en dag een wachtwoord. Laat ik vanochtend nou nog door een Belgische spammer gevraagd zijn om mijn paswoord? Een paswoord? Wat wordt daarmee bedoeld? Een woord dat precies past? In het Engels gaat het om een oorspronkelijk militaire term: a word dat je bij een toegangspoort of een controlepost moest uitspreken en als dat woord juist was then you can pass. En dat laatste woord heeft de betekenis van verder gaan of passeren. Dus als password uit het Engels vertaald zou zijn dan was de juiste vertaling passeerwoord geweest.
De juiste Nederlandse term is wachtwoord. Dat heeft niets te maken met wachten. Het was een woord dat je aan de wacht moest melden om toegelaten te kunnen worden. Maar we zoeken naar de herkomst van paswoord. Is het misschien een kaartterm: een woord dat je moet uitspreken als je wilt passen? Ik moet toegeven dat ik sinds de middelbare schoolbanken niet meer heb getoept en sindsdien dus ook niet meer wanhopig hoef uit te roepen: "Ik pas!" Wellicht is in de loop der jaren een nieuwe term in dit kaartspel geslopen en spreekt men nu een paswoord af voor men begint.
Toch maar eens even opgezocht. Ja hoor, dit vermeldt de "grootste gemene deler encyclopedie" Wikipedia: "Een wachtwoord of paswoord is een geheim woord dat aan degene die het kent, toegang verschaft tot een locatie of tot informatie." Daar is het dus ook al doorgedrongen. Niet verwonderlijk, want de gemiddelde bijdrage lijkt door een MAVO-2 leerling te zijn geschreven (ook al bestaat de MAVO niet meer: u begrijpt vast wel wat ik bedoel). Het is het domweg letterlijk omzetten (want vertalen mag je het niet noemen) van een Engelse term: password = paswoord. Zoals de MAVO-2 leerling het bij het vertalen naar het Engels ook guitig zal hebben over the pig is stiff in the brook. En als zoveel mogelijk subanalfabeten de foute term bezigen dan staat deze binnen de kortste keren in Het Groene Boekje. Ik hoop dat uw paswoord nog past. Ik pas in ieder geval.

When men smake: "Please !"
Girls, pack your bees
't Is never too late
to poots the plate.
John O'Mill