Ik probeerde een tijdje geleden een tweedehands TFT-beeldscherm op de kop te tikken. Ik deed op Marktplaats.nl een bod van 35 euro op een monitor. Hierop ontving ik de volgende reactie: "Je mag de scherm voor 50 euro komen op hallen. Groetjes; Hassan". Dat hallen is niet helemaal halal, maar dat zullen we als een typefout (sic) beschouwen. Waarschijnlijk was de aanbieder een medelander van Marokkaanse afkomst. Ga ik daarbij in de eerste plaats af op de voornaam? Nee. Het is met name het aanbieden van de scherm, dat me sterkt in mijn vermoeden.
Het is politiek niet correct om het te stellen, maar het Murks (de manier waarop vele Marokkanen en Turken Nederlands spreken) heeft een negatieve invloed op de schoonheid van de taal. Ik weet het: Nederlands is een moeilijke taal, maar dat is Duits ook. Ik hoor echter zelden iemand in het Duits spreken over der Mädchen. Maar in het Nederlands is de meisje gemeengoed geworden. In het Murks schijnt geen plaats te zijn voor onzijdige woorden. En daarvan hebben we er in het Nederlands nogal wat. Neem alleen al alle verkleinwoorden als meisje: in het Murks ze hebben allemaal het bepaalde lidwoord de gekregen. Dus de telefoontje, de grapje, de snoepje, ja zelfs de klitje. En zo ook niet-verkleinende onzijdige zelfstandige naamwoorden: de geval, de ding, de glas, noem maar op.
Vaak kun je aan het gebruik van het betrekkelijk voornaamwoord ook al zien dat men het geslacht van het zelfstandig naamwoord waar de bijzin op terugwijst niet kent. Zo wordt een onzijdig zelfstandig naamwoord met het onbepaald lidwoord een vaak gevolgd door een bijzin die begint met die in plaats van dat. Hier een voorbeeld, dat ik tegenkwam op de teletekstpagina's van een van de commerciële zenders. Niet dat ik daar aan het zoeken was, maar ik zal u niet vermoeien met een uitleg van de werking van de teletekstpagina's van mijn digitale televisietuner ("ja, ja..........." denkt de lezer nu): Gescheiden huisvrouw wil een eigen mannetje die haar helemaal gek maakt. Het zelfstandig naamwoord man wordt hier verkleind tot mannetje en wordt daarmee onzijdig: het mannetje en dus moet het zijn het mannetje, dat. Ook al zal het niet de bedoeling van de dame die de advertentie had geplaatst zijn geweest om een onzijdig type aan de haak te slaan.
Nu is het gebruik van "dat" als betrekkelijk voornaamwoord in de laatste 20 jaar al stevig onder druk komen te staan en zelfs in regeringskringen vervangen door "wat": Meneer de voorzitter, het voorstel wat op tafel ligt........ Ik wacht nog steeds op een interruptie waarbij de excellentie op deze fout wordt gewezen, maar de kamerleden doen er even hard aan mee. "Wat is dat" wordt op den duur "Dat is wat".
Logisch geredeneerd is die advertentietekst zo gek nog niet: de man, die haar helemaal gek maakt wordt in het Murks de mannetje, die haar helemaal gek maakt. Het wachten is nu alleen nog op het ingeburgerd raken van wie als betrekkelijk voornaamwoord (analoog aan de dat/wat conversie): Meneer de voorzitter, de telefoontje wie ik vanmiddag kreeg...........
Bonter wordt het nog als men het correcte bepaalde lidwoord gebruikt, maar de bijzin alsnog met het verkeerde betrekkelijk voornaamwoord laat beginnen. Zo wist een regionale TV-zender melden: De musical gaat over het indianenmeisje Pocahontas die verliefd wordt op de Engelsman John Smith. Moet dit zijn de indianenmeisje Pocahontas die... of het indianenmeisje Pocahontas dat.......??? Diezelfde zender heeft ook moeite met de juiste aanwijzende voornaamwoorden. Zo meldde men op de dag van de Europese verkiezingen: Als een stembiljet niet in de bus zit, dan is deze ongeldig. Die kwalificatie sloeg duidelijk niet op de bus, dus werd bedoeld: de biljet... dan is deze (foutief geslacht) of het biljet........ dan is dit? Dit laatste is juist, dus men koos voor het verkeerde aanwijzend voornaamwoord. Moeilijk, hè?
Vindt u de meisje ook zo leuk? Of houdt u het liever bij de eigen vrouwtje die u helemaal gek maakt?
donderdag 4 juni 2009
donderdag 21 mei 2009
Mijn paswoord past niet meer
Toen ik dit blog aanmaakte moest ik weer eens een password opgeven. In het Nederlands noemen we dat sinds jaar en dag een wachtwoord. Laat ik vanochtend nou nog door een Belgische spammer gevraagd zijn om mijn paswoord? Een paswoord? Wat wordt daarmee bedoeld? Een woord dat precies past? In het Engels gaat het om een oorspronkelijk militaire term: a word dat je bij een toegangspoort of een controlepost moest uitspreken en als dat woord juist was then you can pass. En dat laatste woord heeft de betekenis van verder gaan of passeren. Dus als password uit het Engels vertaald zou zijn dan was de juiste vertaling passeerwoord geweest.
De juiste Nederlandse term is wachtwoord. Dat heeft niets te maken met wachten. Het was een woord dat je aan de wacht moest melden om toegelaten te kunnen worden. Maar we zoeken naar de herkomst van paswoord. Is het misschien een kaartterm: een woord dat je moet uitspreken als je wilt passen? Ik moet toegeven dat ik sinds de middelbare schoolbanken niet meer heb getoept en sindsdien dus ook niet meer wanhopig hoef uit te roepen: "Ik pas!" Wellicht is in de loop der jaren een nieuwe term in dit kaartspel geslopen en spreekt men nu een paswoord af voor men begint.
Toch maar eens even opgezocht. Ja hoor, dit vermeldt de "grootste gemene deler encyclopedie" Wikipedia: "Een wachtwoord of paswoord is een geheim woord dat aan degene die het kent, toegang verschaft tot een locatie of tot informatie." Daar is het dus ook al doorgedrongen. Niet verwonderlijk, want de gemiddelde bijdrage lijkt door een MAVO-2 leerling te zijn geschreven (ook al bestaat de MAVO niet meer: u begrijpt vast wel wat ik bedoel). Het is het domweg letterlijk omzetten (want vertalen mag je het niet noemen) van een Engelse term: password = paswoord. Zoals de MAVO-2 leerling het bij het vertalen naar het Engels ook guitig zal hebben over the pig is stiff in the brook. En als zoveel mogelijk subanalfabeten de foute term bezigen dan staat deze binnen de kortste keren in Het Groene Boekje. Ik hoop dat uw paswoord nog past. Ik pas in ieder geval.
When men smake: "Please !"
Girls, pack your bees
't Is never too late
to poots the plate.
John O'Mill
De juiste Nederlandse term is wachtwoord. Dat heeft niets te maken met wachten. Het was een woord dat je aan de wacht moest melden om toegelaten te kunnen worden. Maar we zoeken naar de herkomst van paswoord. Is het misschien een kaartterm: een woord dat je moet uitspreken als je wilt passen? Ik moet toegeven dat ik sinds de middelbare schoolbanken niet meer heb getoept en sindsdien dus ook niet meer wanhopig hoef uit te roepen: "Ik pas!" Wellicht is in de loop der jaren een nieuwe term in dit kaartspel geslopen en spreekt men nu een paswoord af voor men begint.
Toch maar eens even opgezocht. Ja hoor, dit vermeldt de "grootste gemene deler encyclopedie" Wikipedia: "Een wachtwoord of paswoord is een geheim woord dat aan degene die het kent, toegang verschaft tot een locatie of tot informatie." Daar is het dus ook al doorgedrongen. Niet verwonderlijk, want de gemiddelde bijdrage lijkt door een MAVO-2 leerling te zijn geschreven (ook al bestaat de MAVO niet meer: u begrijpt vast wel wat ik bedoel). Het is het domweg letterlijk omzetten (want vertalen mag je het niet noemen) van een Engelse term: password = paswoord. Zoals de MAVO-2 leerling het bij het vertalen naar het Engels ook guitig zal hebben over the pig is stiff in the brook. En als zoveel mogelijk subanalfabeten de foute term bezigen dan staat deze binnen de kortste keren in Het Groene Boekje. Ik hoop dat uw paswoord nog past. Ik pas in ieder geval.
When men smake: "Please !"
Girls, pack your bees
't Is never too late
to poots the plate.
John O'Mill
Abonneren op:
Posts (Atom)