donderdag 2 juli 2009

Ze kon een ander bad gebruiken

Midden jaren '80 was ik een tegenstander van commerciële televisie. Net als velen met mij voorzag ik een teruggang in de kwaliteit van de TV-uitzendingen. Volgens de man die het destijds voor het zeggen had op mediagebied, de toenmalige minister van WVC Elco Brinkman, zou dat wel loslopen. Ik vrees, dat ik achteraf gezien toch gelijk had. Er is weliswaar een enorme kwantitatieve groei op TV-gebied geweest (van twee kanalen in 1985 naar meer dan tien Nederlandse kanalen), maar kwalitatief is er zeer veel verloren gegaan. Goed voorbeeld is de ondertiteling van TV-programma's. De ondertitels waren tot de introductie van commerciële televisie het exclusieve domein van de afdeling Filmvertalingen van het Facilitair Bedrijf van de NOS. Alle vertalingen moesten door of via deze instantie aangeleverd worden aan de afdeling die de ondertitels in beeld bracht. Zelf 'even' een paar uitspraken van de toenmalige VS-president Ronald Reagan vanuit het Engels vertalen was er voor de Hilversumse programmamaker niet bij, nee, op de afdeling Filmvertalingen zaten dag en nacht specialisten klaar om zelfs de meest basale uitspraken te vertalen. Dat kostte natuurlijk enorm veel geld, want die vertalers hadden allen minstens een HBO-opleiding en verdienden een navenant salaris. Als een vertaling af was dan werd deze door een eindredactie nog eens scherp gecontroleerd. In de eindredactiekamer zaten de bollebozen van de afdeling, die naast een gigantische algemene ontwikkeling ook nog eens een complete bibliotheek met naslagwerken tot hun beschikking hadden. En dit alles om ervoor te zorgen dat de vertalingen zo accuraat mogelijk waren.
In de jaren '90 nam het aantal commerciële zenders toe en gevolg was, dat de vertaalbureautjes als paddestoelen uit de grond schoten. Een vriend van me werkte in die tijd als freelance vertaler en zijn hoofdtaak was jarenlang het vertalen van The bold and the beautiful. Het werk betaalde slecht en het was behoorlijk aanpoten, maar goed, hij kon thuis werken en zo een groot deel van de zorg voor zijn opgroeiende dochters op zich nemen. Twee keer in de week kwam er een bode langs om videocassettes en vertalingen op te halen en een nieuwe vracht banden en scripts af te leveren. Gevolg van deze liberalisering was wel, dat de eens zo roemrijke afdeling Filmvertalingen (inmiddels onder de vleugels van het geprivatiseerde Nederlands Omroepproduktie Bedrijf) langzaam teloor ging. Een enorme besparing op de loonkosten, maar een veel grotere achteruitgang in de kwaliteit van de ondertitels die wij dagelijks voorgeschoteld krijgen.
De fouten in de ontertitels zijn zo talrijk dat je er dagelijks een boek mee zou kunnen vullen. Maar het zou vanzelfsprekend ook een vrij zinloze bezigheid zijn, want gedane zaken nemen geen keer. Ik zal de oogst van een dag TV-kijken eens proberen samen te vatten. In een oude western werd She could use another bath vertaald als Ze kon een ander bad gebruiken, maar hier werd bedoeld: ze was eigenlijk wel weer aan een bad toe (of woorden van die strekking). Let wel: letterlijk vertaald is ze kon een ander bad gebruiken juist, maar in de context was het lachwekkend. Vaak heeft dat te maken met de vraag of de bijbehorende beelden bekeken zijn. Bij de afdeling Filmvertalingen had men destijds meestal de beschikking over zowel het script als een videocassette teneinde te controleren of deze met elkaar overeen kwamen. Zo konden passages uit het script ook in hun context worden gezien.
I have lived in this neighbourhood for 20 years. Eigenlijk een abc'tje van de HAVO: Ik woon al 20 jaar in deze buurt. Maar de gehaaste filmvertaler had deze zinsconstructie blijkbaar al een tijdje niet meer onder ogen gehad en vertaalde letterlijk: Ik heb twintig jaar in deze buurt gewoond. Dat scheelt een slok op een borrel, of de spreker er nu nog wel of niet meer woont.
Jargon is vaak ook lastig, omdat je het niet makkelijk terugvindt in woordenboeken: The neck was made of rosewood. Dan is het verleidelijk om voor de weg van de minste weerstand te kiezen: De nek was gemaakt van rozenhout. Maar als het om snaarinstrumenten gaat spreken we niet van een nek maar van een hals. En de houtsoort is niet rozenhout (dat is in het Engels pinkwood of tulipwood) maar palissander. The guitar had an ebony fingerboard. Ai, als je niet een beetje thuis bent in gitaartermen dan wordt dat dus: De gitaar had een zwart vingerbord. Ebony & ivory, remember? De vertaling zwart van ebony is op zich niet fout, maar in de context hebben we het over de houtsoort, in casu ebbenhout. Ik ken het woord vingerbord niet (misschien is het een bord om te vingeren), maar in dit geval gaat het om de toets van een gitaarhals, d.w.z. het gedeelte waar je je vingers op plaatst om de noten te vormen.
He’s the guvnor vertalen als Hij is de gouverneur is eigenlijk onbegrijpelijk. Gouverneur is n.l. in het Engels governor; het uit het slang afkomstige guvnor betekent zoiets als de baas, de beste. De legendarische cricketer Bobby Abel had als bijnaam The Guvnor; hij werd in zijn tijd dan ook als de beste beschouwd. Maar gouverneur is hij nooit geweest.
Nou, ik ga het bord van mijn gitaar maar weer eens vingeren. Ik kan trouwens ook wel een ander bad gebruiken ruik ik nu.